Lenteconcert maart 1981
Het Bilzers Gemengd Koor Silvatica, dat, zoals in een eerder gepubliceerde historiek reeds gemeld, gesticht werd in mei 1956 door E.H. Gathy, verzorgde zaterdag jl. in de feestzaal van het Sint-Lambertuscollege te Bilzen een knap, verscheiden en internationaal lenteconcert.
Vier koren boden aan een geboeid publiek dat de feestzaal méér dan vulde, een gezongen bloemlezing aan van gerenommeerde klassieke werken, pittige volksliederen, waarbij verschillende fijne bewerkingen en dit alles gesteund door vlotte begeleiding aan het klavier.
Er waren geschenken voor het “zilveren” Silvatica, bloemen en aandenkens voor de gastkoren en een ongedwongen feestvreugde tijdens en na het lenteconcert.
Dit concert is slechts een van de vele luiken uit de rijke programmatie van het Gemengd koor Silvatica gedurende dit feestjaar. Het werd alvast een schitterende uitvoering tijdens een lauwe lenteavond.
De avond werd geopend door het Gemengd Sint-Ceciliakoor uit Kortessem, geleid door Lieve Vanvinckenroye. Het Sint-Ceciliakoor zong een selectie uit goede volksliederen, waaruit we al het romantische “Fein sein” en het pittige-ondeugende “Je ne l’ose dire” extra willen aanstippen.
De stijlvol en uitvoerig samengestelde programmabrochure vermeldde als tweede gast het kinder- en jeugdkoor “De Demerklokjes” uit Hoeselt, onder leiding van Paul Achten en aan het klavier begeleid door Willy Stulens. Na het feestelijke “Nu wij weer samenzijn” en het lyrische “Madonna uit Peru” volgde het vlotte en zeer geapprecieerde “Cockles en Mussels”, een Ierse volkswijs. Bij de daaropvolgende uitvoeringen oogstte “De scharesliep” en “Die Forelle” van Schubert (solo gezongen door Els Crommen) een langdurig applaus.
Het mannenkoor “Jugendfreunde” uit het Duitse Herborn, geleid door Ernst Schleich, onderhoudt al verscheidene jaren een vriendschappelijke band met het G.K. Silvatica Bilzen. Tijdens hun eerste optreden zaterdag gaf dit zeer selectief samengestelde koor een eerste grootse indruk van kracht en beheersing van zijn stemmen. “Jugendfreunde” bracht voor de pauze vier werken van hoog gehalte en doorzong schijnbaar moeiteloos en met “Schwung” de moeilijkste passages. Verscheidene uitvoeringen werden solistisch gebracht door de voorzitter-tenor van het Jugendfreunde-gezelschap, waarbij het koor in een feilloze harmonie de melodie accentueerde en droeg.
Tenslotte trad het jubilerende Silvatica-koor voor het voetlicht, geleid door Herman Luts, met aan het klavier Paul Steegmans. Dit vijfentwintig jaar jonge koor mag rustig de trotse vaandeldrager worden genoemd van het muzikale leven in de Demerstad. Feilloos leidde de heer Luts zijn vijftig leden tellend select gezelschap doorheen een keur van volksliederen en operetteklanken. De uitvoering bijvoorbeeld van ‘’k Heb mijn wagen volgeladen”, in een knappe bewerking van Lex Karsemeyer, kreeg een klaterende, verdiende ovatie. Met een meeslepend gevoel voor de echte Weense toonkunst offreerden Herman Lust en zijn koor het publiek Robert Stolz’ “Adieu mein kleiner Garde-officier”. Silvatica besloot met de uitvoering van Straus’ “An der schönen blauen Donau”, waarbij we toch even de indruk kregen dat het koor dit zware koorwerk nog niet volledig onder de knie had. Wel een pluim voor de zuivere klavierbegeleiding door Paul Steegmans.
Met dit optreden van het zilveren koor uit Bilzen werd het concert besloten, maar niet de feestelijke lenteavond, die bij swingende DJ-klanken, een drankje en een hap moeiteloos het zomeruur achter zich liet.
F. Appermans
(HBvL 28 maart 1981)